TOERISME IN ZUID ITALIE
HET HOTEL EN ZIJN MOGELIJKHEDEN
CALITRI: EEN WARE ONTDEKKING
DE GESCHIEDENIS VAN CALITRI
WANDELEN DOOR L`IRPINIA VERDE
HET KASTEEL
DE HUIDIGE TIJD
EMIGRANTEN
EEN DORP VAN TRADITIES.
GASTRONOMIE.
BINNEN DE 25 KM.
WANDEL EN FIETSSUGGESTIES
BUITEN DE 25 KM.
OP 50 KM AFSTAND.
ENKELE OPMERKINGEN TOT SLOT.
MONTELLA
SANCTUARIUM VAN GOLETO, S. ANGELO DEI LOMBARDI
DE GESCHIEDENIS
MELFI
BESCHRIJVING VAN HET SANCTUARIUM
DE STILTE VAN DE OMGEVING
VENOSA
SIGHTSEEING
AVELLINO
ROUTEBESCHRIJVING VAN NAPELS EN POMPEJI NAAR CALITRI
MONTEVERGINE
MUGNANO DEL CARDINALE AVELLA
S.MARTINO VALLE CAUDINA
PRATA
TUFO, TAURASI EN FONTANAROSA
MIRABELLA ECLANO
ARIANO IRPINO
ROCCA S.FELICE
S. ANGELO DEI LORNBARDI
MATERDOMINI
BAGNOLI IRPINO
MONTELLA
MONTICCHIO
ATELLA
TOERISME IN ZUID ITALIE
Terwijl het massatoerisme in steeds groter getale over Noord en Midden Italië
uitzwermt, er de stranden overspoelt en kerken en musea afloopt, blijft het
Zuiden onberoerd door deze vloedgolf. Er zijn nog wel uitlopers naar Napels,
Pompeji, Sorrento en Sicilië, maar daarmee is de zaak over het algemeen
letterlijk zowel als figuurlijk bekeken: de voet van Italië blijft een terra
incognita voor de doorsnee toerist. De grootste zorg doorgaans van de
eigengereide 19e en 20e eeuwse toerist welke het Zuiden wilde bereizen was
immers: waar vind ik behoorlijk onderdak, eten en drinken.
Italiaanse staats-reisorganisaties hebben daar weinig aan verholpen. Nog steeds
beschikken Italiaanse verkeersbureaus in het buitenland nauwelijks
promotiemateriaal betreffende de zuidelijke provincies Campania en Basilicata.
Tot grote teleurstelling van particuliere horeca-ondernemers in de genoemde
gebieden, welke zij het met mondjesmaat toch wel in het laatste decennium met
initiatieven zijn gekomen. Zoals de Italiaanse ambassadeur Lorenzo Tozzoli: na
zijn land in het buitenland gediend te hebben , trachtte hij de grond van zijn
voorvaderen, Calitri, in de groene streek Irpinia van de provincie Campania, in
de vaart der volkeren op te stuwen. Met de bouw van HOTEL AMBASCIATORI kan sinds
enkele jaren Irpinia eindelijk bogen op een elegant en comfortabel
driesterrenhotel.
Wordt de toerist in Noord en Midden Italië overweldigd door de overstelpende
veelheid aan overwegend renaissance en barokkunst, het kunsthistorisch erfgoed
in de voet van Italië dateert van veel vroeger: het is het land van de Magna
Grecia en de Middeleeuwen, van kloosters en kastelen. Van oudsher was Zuid
Italië een historische smeltkroes. Daar bracht Hannibal de Romeinen een
verpletterende nederlaag toe. Daar is de geboortegrond van Horatius en de
laatste rustplaats van Virgilius. Daar voerde Byzantium strijd om de hegemonie,
hielden de Oost Romeinen stand tegen de Longobarden, Saracenen.
Tot de Noormannen kwamen. Ze bouwden er hun eeuwentrotserende kastelen (30 van
de ruim 100 kastelen in de voet van Italië zijn Noormannen kastelen!) en hielden
er hof. De avonturier Robert Guiscard en later Bohemund trouwden zich in en
stelden de wet tot aan Syrië en Perzië toe. Tot hun rijk bij gebrek aan een
mannelijke opvolger de Duitse keizer toeviel. Wie kent ze niet, de namen van de
Rooms Duitse keizers Frederik Barbarossa en de getalenteerde Frederik II van
Hohenstaufen, welke Italië verkoos boven Duitsland.
Na diens dood werd Zuid Italië echter veroverd door de Anjou's. Napels werd de
hoofdstad en de rest verviel in de loop der tijden tot een provinciaals
achterland, ondermijnd door een slecht beleid, voortdurend wisselende heersers,
absenteïsme, armoede en emigratie.
Dit is in kort bestek het fascinerende trots en tragische tegelijk verleden van
het Zuiden. Aanzienlijke verbeteringen zijn inmiddels aangebracht, wegen en
aquaducten aangelegd. Maar toerisme bewust is men er nog nauwelijks inwaarts
Campania en in Basilicata: veelal nog ruig en ongerept, door de kostelijke
combinatie van rust, ruimte en cultuur het recreatiegebied bij uitstek.
HET HOTEL EN ZIJN MOGELIJKHEDEN
Het panoramisch gelegen driesterren Hotel Ambasciatori eigendom van ambassadeur
Lorenzo Tozzoli blijkt een geriefelijke thuishaven te zijn. De smaakvol
ingerichte lounges scheppen sfeer. De kamers, voorzien van KTV, telefoon en
minibar, hebben heerlijke bedden. De belendende
luxe badkamer met ligbad, douche, bidet
en toilet vervolmaakt het comfort. En: alle kamers hebben een balkon met
uitzicht op het schitterende Ofanto dal en daaruit oprijzend het middeleeuwse
kasteel en het uit de 4e eeuw v. Chr. daterende dorp Calitri. Het complex beslaat
8000 M² en ligt op 600 meter hoogte. De locatie van het hotel is centraal, een
groene bufferzone van coniferen garandeert de gasten rust en privacy.
De aankleding is stijlvol en elegant. Kunst en handgeweven tapijten sieren de
wanden. Het internationaal georiënteerd management met wortels in Nederland
spreekt o.a. vloeiend Nederlands, Engels en Frans. De keuken is afhankelijk van
de cliëntèle streekgericht of internationaal. Op aanvraag wordt met evenveel
flair en culinaire virtuositeit een degelijke Hollandse pot als een exotisch
Birmaans gerecht op tafel getoverd.
Hotel
Ambasciatori is de ideale pleisterplaats voor wandel en fietsplezier.
Routebeschrijvingen zijn verkrijgbaar in het hotel, waar tevens fietsen kunnen
worden gehuurd en gestald.
Voor cliënten met artistieke aspiraties kan voor schilderles, keramiektechnieken
e.d. contact worden opgenomen met het in Calitri gevestigde lstituto d'Arte.
Paardrijles en excursies langs de bedding van de Ofanto of de schilderachtige
dorpjes in de omtrek is een aantrekkelijke alternatieve wijze van actieve
vakantiebesteding. Ook hierbij kan het hotel bemiddelen. Stress en stijve
spieren worden door een aan het hotel verbonden gediplomeerd masseur vakkundig
weggestreken.
In de winter wordt geskilauft. Op de nabijgelegen hoogvlakte van Laceno wordt
berg geklommen, skilift installaties zijn 's zomers en 's winters geopend.
Voorts zijn vermeldenswaard de fraaie, zich in het Monticchio meer spiegelende
San Michele Archangelo kerk (overigens staat Monticchio bekend om zijn
mineraalwaterbronnen), de abdij van Goleto, de archeologische opgravingen bij
Conza, de dodenstad van Aquilonia en de burchten van keizer Frederik II van
Hohenstaufen te Melfi en Venosa.
Dit alles en nog veel meer valt te ontdekken en genieten in en rond Calith, in
en rond Hotel Ambasciatori, waar een uitzonderlijk gevoel heerst voor perfectie:
in stijl, sfeer, smaak en service.
Calitri is een pittoresk dorp in Zuid Italië , gelegen in de groene streek
Irpinia, of, zoals de Italianen zeggen, "I'Irpinia verde". Dat gebied werd reeds
door Horatius bezongen en wordt gekenmerkt door zijn nog ongerept natuurschoon
en een boeiend, turbulent verleden. Calitri ligt op de grens van de provincies
Campania en Basilicata en is gesitueerd op de top van een heuvel, die de vallei
van de Ofante rivier domineert.
Onverwachte doorkijkjes in de nauwe, steile steegjes geven zicht op een
adembenemend panorama. Karakteristieke huizen hebben imposante poorten en
uitgesleten stenen trappen langs gevels en binnenplaatsen. Tegen de puien hangen
feestelijkogende snoeren van te drogen hangende rode pepers.
De geschiedenis van Calitri
Calitri heeft een bewogen geschiedenis van vreemde overheersers, die teruggaat
tot ongeveer 400 jaar v. Chr, toen Italiaanse kolonisten, afkomstig van het
Adriatische kustgebied, landinwaarts trokken. De naam Calitri is een
verbastering van het Romeinse Aletrum: verscheidene eeuwen zwaaide Rome de
scepter over de nederzetting. Daarna volgde de dominatie van Goten, Byzantijnen,
Longobarden, Noormannen, Hohenstaufen, Anjou's, Aragonezen, een Bonaparte en de
Spaanse Bourbons.
Het kasteel
De eerste leenheer van Calitri was Gionato di Balvano, graaf van het naburige
Conza. Via de families de Fleury. Del Balzo, Gesualdo en de aan paus Gregorius
XV geparenteerde Ludovisi komt Calitri tenslotte in het bezit van Francesco
Mirelli. Met zijn hele familie betrekt hij het somptueuze kasteel met zijn 300
kamers, 4 imposante wachttorens, 2 ophaalbruggen en een buiten de kasteelmuren
voerende, geheime, onderaardse gang.
Maar op 8 september 1694 slaat het noodlot toe: het trotse bouwwerk wordt door
een zware aardbeving getroffen, waarbij meer dan 300 mensen omkomen. Slechts de
zoon van de markies, Carlo, die met zijn twee kinderen in Napels vertoeft,
overleeft de ramp. Alle andere familieleden, gasten en personeel vinden
jammerlijk de dood. Na deze catastrofe laat Carlo Mirelli een nieuwe woning
bouwen, een "palazzo" in het centrum van Calitri: weg van het kasteel, waar elke
steen hem herinnert aan de gruwelijke tragedie. Hij komt de slag niet meer te
boven en vervalt in diepe depressies. Het in de Via Roma gevestigde palazzo is
tegenwoordig het eigendom van baron Zampaglione. De laatste leenheer van Calitri
is Francisco Maria Mirelli. In 1814 wordt het leenstelsel afgeschaft.
De huidige tijd
Hoewel het doek van horigheid aan lokale en vreemde overheersers gevallen is,
verbeterde de levensstandaard van de bevolking nauwelijks. Opstanden zijn het
gevolg, de boeren eisten meer land, de arme grond brengt te weinig op om van te
leven. Uiteindelijk worden verscheidene domeinen verkaveld. Nog in de moeilijke
jaren na de tweede wereldoorlog, als de macht van de Italiaanse communistische
partij zich steeds verder uitbreidt, zijn er confrontaties tussen landeigenaren
en boeren die pogen bezittingen te "annexeren".
Calitri heeft illustere mannen voortgebracht: een kardinaal, verscheidene
bisschoppen, een procureur generaal, gedeputeerden in de volksvertegenwoordiging,
parlementariërs, meerdere ambassadeurs, een minister secretaris, een
landsadvocaat, een cassatierechter. Maar het geld in Calitri is nog vrijwel
steeds overheidsgeld. En juist bij gebrek daaraan door de politiek economische
crises ligt de wederopbouw al weer jaren stil en blijven projecten halverwege
hun realisatie steken.
Emigranten
Veel van ltalië's zonen, slachtoffers van de buitenlandse politieke avonturen
van hun regeringsleiders, zijn in den vreemde gesneuveld: in Albanië, Kroatië,
Rusland, Afrika. Over heel Italië zijn min of meer pathetische monumenten voor
hen opgericht, ook in lrpinia. Maar in Calitri staat een standbeeld voor De
Emigrant: de eenzame vechter voor een beter bestaan, ver van alles wat hem
vertrouwd en lief is. Een ontroerend eerbetoon aan de honderden jonge mannen (en
vrouwen), die genoodzaakt waren elders het geluk te beproeven, omdat Calitri hen
geen toekomst kon bieden. Het is alleszins interessant eens de vier tableaus te
bekijken die op het voetstuk van dat standbeeld zijn aangebracht: een
aansprekende uitbeelding van dat stukje sociale geschiedenis. Schuilt er
waarheid in de Italiaanse bewering: wij hebben de wolkenkrabbers van Amerika
gebouwd, dan hebben jonge emigranten uit Calitri daar vele steentjes toe
bijgedragen.
In zijn beroemd geworden sociale roman "Cristo si è fermato ad Eboli" omschreef
Carlo Levi in de jaren veertig de bevolking van die regio als "de mens is er
geen mens maar een dier, een lastdier'. Thans is in Calitri het bezit van een
auto, een koelkast en TV even gewoon als bij ons. Er zijn sportvoorzieningen,
een supermarkt, vakscholen, sinds een paar jaar een hallencomplex waarin
gedurende de eerste week van september de interregionale "fiera" (Jaarbeurs)
wordt gehouden, en sinds 1959 een Istituto Statale d'Arte ( de interessante
permanente tentoonstelling in het instituut kan na telefonische afspraak
bezichtigd worden). En de laatste aanwinst is een pub annex disco.
Een dorp van tradities.
Sporen van de voorbije beschavingen manifesteren zich in een scala van legenden
en een uitermate rijke folklore. Het feestelijk hoogtepunt van Calitri's
folkloristische jaarkalender valt in de eerste week van september met de
uitbundige viering van achtereenvolgens Santa Lucia, San Canio, San Vito en
Immacolata Concezione. Kastelen, "palazzi" van notabelen en herenboerderijen
hebben veelal de karakteristiek van het verleden weten te bewaren.
Naast de toepassing van moderne technieken wordt ook het ambachtelijk handwerk
uitdrukkelijk in ere gehouden: koperslagers, schoen en kleermakers,
mandenvlechters en houtbewerkers handhaven er hun eeuwenlange traditie. De
aanwezigheid van klei langs de Ofanto rivier leidde tot een bloeiende
aardewerkindustrie, Maar niet alleen worden in de werkplaats van de
pottenbakkers de traditionele Calitraanse kannen en kruiken vervaardigd, ook
stimuleert een voor een Zuid italiaans dorp uniek te noemen Istituto d'Arte tot
veel moderne kleur en design objecten. En ruimt het kruidenvrouwtje in haar
winkeltje steeds meer plaats in voor sophisticated crèmes en lotions: op
plantenextractbasis, dat wel.
Gastronomie.
Ook op gastronomisch gebied valt in Calitri veel te ontdekken en te genieten,
Liefhebbers van tamme kastanjes, paddestoelen en truffels komen ruimschoots aan
hun trekken, Aan te bevelen de "butirro" (boter in een jasje van kaas) en de
"caciocavallo" (een pittige, stevige kaas), te combineren met krachtige, lokale
wijnen als de Fiano, de Greco dit Tufo of de Taurasi, Specifiek Calitraanse
gerechten danken hun voortreffelijke smaak aan nog zuivere grondstoffen en home
made kost als de "canazze" (een soort noedels) of de "sammucchio" (een type
worst), Vooral op de iedere donderdag gehouden markt worden eigengemaakte en
regionale produkten aangeboden: naast tamme kastanjes, hazel en walnoten uit de
bossen in de omtrek, veel "salame fatto in casa" en kaas, zoals de al genoemde
"caciocavallo" en voorts "pecorino" (schapenkaas), "ricotta" (verse, in mandjes
vervaardigde kaas) en de specialiteit van Campania : "mozzarella di bufala" (uit
buffelmelk gemaakte kaas). Sommige boeren laten je tijdens het kaas maken nog
wel eens over de schouder meekijken.
De nog door vos en wildzwijn bevolkte, bosrijke omgeving, het wisselend palet
van het heuvellandschap maakt Calitri tot een magnifiek vakantieoord. De
interessante constructie van het historisch centrum, de rijke tradities en
folklore, de aantrekkelijke, handgemaakte produkten en oprechte gastronomie
komen tegemoet aan de toeristische hang naar nieuwe prikkels,
Tot zover deze schets van het oord, waar u vanaf vlieghaven Capodichino te
Napels in anderhalf uur tijd per bus of auto naar toe rijdt. Waarbij u al een
voorproefje krijgt van het majestueuze landschap door papaver, brem en distel
rood, geel en paars gekleurd dat u de komende dagen in rustiger tempo zult
savoureren.
WANDELEN DOOR L`IRPINIA VERDE
Wellicht wilt u op de eerste dag beginnen met het "centro storico" van Calitri
te verkennen: de karakteristieke arcaden, imposante, kunstig gesteenhouwde
poorten, uitgesleten bordestrappen en verrassende doorkijkjes over het
omliggende Irpinia. Nog grandiozer is het panorama dat u wacht bij het kasteel,
waar volgens de Calitranen bij volle maan de geest van Carlo di Mirelli
rondwaart: weeklagend om zijn omgekomen familie. Misschien heeft u al op
voorhand een afspraak gemaakt met de alom bekende genezer Michele Borea om u af
te laten helpen van een of ander ongemak. Veel meer dan een open haard, een bed,
een tafel en twee stoelen zult u niet aantreffen in zijn "spreekkamer'. Maar
deze wonderlijke man die als kind al dieren genas wordt wel door de ziekenhuizen
van Pescopagano en Potenza aangezocht zijn helende kracht op hun patiënten aan
te wenden. Tweemaal per week, 's woensdags en vrijdags, staat een stoet van
auto's rond zijn eenvoudige boerderij geparkeerd. Behandeling geschiedt
uitsluitend op afspraak.
Op uw gemak slenterend door de smalle straatjes met antieke palazzi Via Pasquale
Berrilli, Via Giuseppe Tozzoli, Via Stanco, Via del Re waar de geur van
houtskool en vreedzame stilte hangt, waant u zich verzeild in een idylle. Een
begrijpelijke, doch pijnlijke vergissing: Calitri was nooit een vreedzaam noch
een idyllisch oord. Het enige wat men er altijd heeft gehad is: de tijd. Maar
die heeft u, als vakantieganger, nu toch even ook?
Binnen de 25 km.
Voor liefhebbers van de wandelsport is de omgeving van Calitri een waar paradijs.
"L'Irpinia Verde" doet zijn naam eer aan: groene heuvels zover het oog reikt,
her en der beboste hellingen. Golvende graanvelden rond de vlekken van dorpen
die ogenschijnlijk," in splendid isolation" boven alles uitpieken.
Het bijzondere van de streek is, dat zowel de getrainde wandelfanaten als meer
flegmatische dilettanten er hun hart kunnen ophalen. In een straal van 25 km
rond Calitri gaan de hoogteverschillen geleidelijk in elkaar over, is er sprake
van een weids, glooiend landschap, doorkruist door de Ofanto rivier, die in de
zomer vermoeid haar weg zoekt naar de Adriatische Zee.
In deze categorie vallen het schitterend gelegen, archeologisch interessante
Cairano, Pescopagano, het na de aardbeving van 1980 verlaten Conza di Campania,
waar een project van belangwekkende archeologische opgravingen een nieuwe impuls
aan het gebied heeft gegeven, en het idyllische Rapone (gesticht, naar men
aanneemt, lang voor onze jaartelling door de Italische krijgsman Rapo, waarvan
ook Virgilius gewaagt). Het plein voor het "municipio:" (gemeentehuis) biedt een
superb uitzicht over niet minder dan 13 dorpen, verbonden door het zilveren lint
van de Ofanto rivier.
Buiten de 25 km.
Van degenen, die tot buiten de radius van 25 km willen wandelen, wordt meer
energie gevraagd. Aan te bevelen is een wandeltocht naar Bisaccia zowel oud
Bisaccia met zijn 14e eeuws kasteel als het curieuze, futuristische nieuwe
gedeelte. Ook naar het dromerige Andretta (niettemin bakermat van een
gerespecteerd minister, van de spraakmakende, officiële exorcist van het
Vaticaan don Jorio Maria Leone, en van een medisch professor van internationale
faam). Op 24 mei, de Festa Stella di Mattina, wisselt de burgemeester zijn sjerp
uit met de burgervader van het naburige Vallata, Dit gebruik stoelt op een oude
volkslegende en gaat gepaard met veel festiviteiten, Mooie oude huizen staan
langs de weg naar het tot ruïne vervallen kasteel: de Via Costa en de Via del
Castello. Ook zijn wandeltochten aan te bevelen naar het spookachtig verlaten
dorp Aquilonia bij het meer van San Pietro, naar het lieflijke Monteverde en het
om zijn mineraalwaterbronnen bekende Monticchio aan de twee meren van Monticchio,
aan de voet van de Monte Vulture. Men kan er een bootje huren en er mag gevist
worden maar niet gezwommen "per favore", De dode vulkaan van 1325 m hoogte
domineert bijna geheel Apulië. Met een kabelbaan kan men naar boven, bij het
stationnetje van de kabelbaan staat de ruïne van de 11e eeuwse abdij van San
lppolito. Een andere abdij, van latere datum, die van San Michele, ligt
majestueus tegen een bergwand boven een van de twee meren. In het weldadig
weelderige bos van Monticchio groeien volgens insiders meer dan 970 soorten
planten, waaronder zeldzame. En er fladdert alleen daar en in Azië voorkomende
vlinder rond: de Brahmea europea. Bezuiden Calitri ligt aan het gelijknamige
meer Muro Lucano. In deze contreien moet de roemruchte, Romeinse bevelhebber
Marcellus door Hannibal in een hinderlaag zijn gelokt en gedood (210 v. Chr.)
Het kasteel van Muro lucano heeft een macabere geschiedenis: in 1382 werd daar
Joanna I, koningin van Napels, door wurging om het leven gebracht. Ze was nog
geen 40 jaar oud. Muro Lucano geniet tevens bekendheid als geboorteplaats van
Gerardus van Majella.
Op 50 km afstand.
Voor tomeloze trotters zijn er dan nog, op 50 km afstand ten ZW van Calitri,
echte bergen: de Picentini van Laceno. Wilt u wel naar boven, maar zonder
klimmen -het unieke vergezicht over de Golf van Salerno, met de ganse
Amalfitaanse kust rechts en Battipaglia, Paestum, ja zelfs Agropoli aan uw
linkerzijde, mag u immers niet missen dan kan dat ook: tweepersoons
stoeltjesliften voeren u zomer en winter naar de top van de Monte Rajamagra, op
zo'n 1700 m hoogte. De overweldigende aanblik kunt u comfortabel gezeten met een
grappa of espresso voor u op uw gemak verwerken in het strategisch gelegen
etablissement met terras aldaar. 's Winters biedt Laceno 26 km piste aan skiërs,
Lijders aan hoogtevrees en speleologen echter zullen misschien de voorkeur geven
aan de nabijgelegen grotten van Caliendo.
Terug in oostelijke richting bij Caposele ontspringen, aan de voet van de Monte
Plafagone , de bronnen van de rivier de Sele. Het water wordt door een 12 km
lange tunnel naar de oostelijke helling van de Apennijnen geleid: het eerste
traject van het aquaduct van Apulië, dat het langste ter wereld is, Bezichtiging
van de waterinstallatie 438 m boven het woongebied is een interessante ervaring.
Drie kilometer verderop, 40 km van Calitri vandaan, ligt op een heuvel de
bekende bedevaartplaats San Gerardo Maiella Materdomini heet de sectie gesticht
door de heilige Alfonsus (Maria de Liguori) in 1748 en reisdoel van pelgrims uit
alle delen van de wereld.
Enkele opmerkingen tot slot.
Voor gelegenheidswandelaars moet het een geruststellende gedachte zijn, dat er
met de meeste plaatsen rond Calitri busverbindingen zijn. Natuurlijk geen elk
halfuur, maar in ieder geval eenmaal en doorgaans meerdere malen per dag. Aan de
balie van Hotel Ambasciatori weten ze alles over vertrek, aankomst, route en
bestemming van deze bussen.
Mocht u, omgeven door zoveel groene heuvels, toch nostalgie krijgen naar zee en
strand, dan pakt u toch gewoon de bus naar Margherita di Savoia aan de
Adriatische zee: geen luxe badplaats, maar wel een schoon strand, dat u niet met
honderden andere lijven hoeft te delen. Het is niet iets om elke dag te doen,
want de bus doet er 2 uur over. U maakt echter een buitengewoon charmante rit
welke u behalve door Irpinia dwars door Apulië voert, En: buskaarten zijn heel
goedkoop.
Een bezoek aan Napels mag eigenlijk niet ontbreken. Hotel Ambasciatori is daarop
ingesteld: bij belangstelling hiervoor kan een sightseeing tour worden ingelast.
Afhankelijk van het aantal deelnemers wordt u per limousine of bus vervoerd.
Omdat herkennen dubbel genieten is wordt u eventueel de dag ervoor een videofilm
getoond over de stad "die je gezien moet hebben alvorens rustig te kunnen
sterven". Onnoemelijk veel is geschreven over Napels, beter en uitvoeriger dan
wij dat kunnen, Napels met al zijn rooskleurige en minder rooskleurige facetten
moet je beleven: Napels is uniek.
Ook zal een bezoek aan Pompeji zeer zeker een diepe indruk op u maken. In het
jaar 79 n. Chr. werd deze stad van 20.000 inwoners bedolven onder een laag lava
en vulkaanassen van ruim 6 meter hoog. Nu is die volledige stad weer blootgelegd
met zijn forum, tempels, winkels en woonhuizen, zijn rechte straten met
trottoirs en oversteekpunten, de fresco's en mozaïeken.
En als u dan 's avonds na een lucullische maaltijd vanaf het hotelterras of in
de intimiteit van uw eigen balkon uitstaart over het feeëriek verlichte Calitri,
bent u een volmaakt gelukkig en tevreden mens, genietend als nooit tevoren van
een sportief- zowel als cultureel fenomenale vakantie!
WANDEL EN FIETSSUGGESTIES
1. Boeiend historisch centrum rond het kasteel van Calitri, adembenemend
uitzicht over het groene heuvelland van Irpinia.
2. Naar spookdorp Aquilonia , halverwege lunch met typische streekgerechten en
wijn in suggestieve boerderij.
3. Langs bedding van de Ofanto rivier naar schitterend aan het San Pietro meer
gelegen Monteverde, met imposant Middeleeuws kasteel en Romeinse brug (ook
bereikbaar per boemeltje met fietsvervoer)
4. Naar de twee meren van Monticchio, aan de voet van de dode Vulture vulkaan;
picknick op of aan het water , met kabelbaantje naar 17e eeuwse S.Michele abdij.
5. Speurtocht door de bossen van Monticchio naar zeldzame, alleen dáár
voorkomende Brahmea vlinder en ontspringende mineraalwaterbronnen.
6. Door de bakermat van de door Horatius reeds geroemde DOC Aglianico del
Vulture wijn en kastanje en olijfboomgaarden (van de vermaarde Ogliarola
variëteit) naar de grotwoningen en kapellen van Barile en Rapolla.
7. Met fiets en/of bus naar gewezen hoofdstad van Zuid Italië met een glorieus
verleden: Melfi, het Noormannen kasteel, de Porta Venosina, de in 1155 begonnen
dom.
8. Naar het panoramische Rapone, S.Fele en Ruvo del Monte.
9. Naar dromerig Cairano, waar een occasionele invasie van deltavliegers de
enige confrontatie met de moderne tijd lijkt, spectaculaire picknick site.
10. Van Cairano naar het tot het Bronzen Tijdperk terug te traceren Conza, waar
blootlegging door de aardbeving van 1980 van o.a. Romeinse resten de stimulans
is geweest tot de aanleg van een archeologisch park: een project van 10 miljoen
gulden destijds.
11. Naar de met de oude dorpskern en kasteel Pignatelli verbijsterend
contrasterende "futuristische" wijk van Bisaccia.
MONTELLA
Een schitterende weg dwars door beboste heuvels rood en goud vlammend in het
najaar, teder groen wazig in de lente leidt naar Montella. Een reeks
spectaculaire viaducten en tunnels heeft de reisduur thans verkort tot 20
minuten, hetgeen gezien het wonderschone landschap eigenlijk jammer is! Door de
strategische ligging ontwikkelde Montella zich al vroeg tot voornaamste plaats
in de bovenvallei van de Calore rivier. Een hoogtepunt bereikte deze
ontwikkeling onder de feodale heerschappij van de Cavanaglia's: met de bouw van
kapitale patriciërshuizen, kerken en kloosters (Santa Maria del Monte,
Monasterio del Salvatore) kreeg de plaats allure.
Vooral het 10 minuten verderop richting Bagnoli Irpino gelegen kloostercomplex
San Francesco a Folloni geeft hiervan een goed voorbeeld. Volgens de
overlevering deed de H. Franciscus van Assisi, op weg naar het bedevaartsoord
Monte S. Angelo, deze plek aan. De oorspronkelijk primitieve nederzetting van
enkele Franciscaner heremieten groeide met de jaren uit tot een omvangrijke en
florerende broedergemeenschap, zodat in 1222 besloten werd tot de bouw van een
godshuis. Begin 1700 werd dit Gotische gebouw vervangen door een kerk in de toen
gangbare Barokstijl. De as van deze kerk kwam loodrecht op de oost/west
constructie van het oude gebouw te staan. In de kloosterhof zijn nog de arcaden
van de oorspronkelijke kerk te zien, alsmede de originele waterput voor de
monniken. Levensgrote schilderingen van de hand van de volgeling van Caravaggio,
Volpi, sieren de zijbeuken. Achter het hoofdaltaar is de heilige Franciscus
afgebeeld: hij smeekt de Maagd Maria de door geld, seks en eigenwaan verblinde
mensheid te vergeven, terwijl de duivel probeert hem te weren. Het altaar zelf
is een juweel van veelkleurig marmermozaïek. Stucco voluten, medaillons en
guirlandes verlenen een zowel elegante als speelse gratie aan het interieur. De
decoratieve majolica tegelvloer met een grillig patroon van groene arabesken is
authentiek 18e eeuws en werd ontworpen en vervaardigd door de vermaarde
tegelmakers van Ariana d'lrpina. De sacristie lijkt wel een kunstkabinet. Het
vertrek is rondom bekleed met panelen van diepdonker hout waarin weelderige
bloem en vogelornamenten zijn gesneden. Verborgen achter deze prachtige panelen
liggen, in talrijke laden, oude kerkgewaden bewaard: met brede stroken kant,
goudborduursel en sierstenen verfraaid, door generaties nonnen met engelengeduld
vervaardigd. In deze serene omgeving is, in een rijk geornamenteerde sarcofaag,
een jonge telg van het trotse geslacht Cavanaglio bijgezet: prins Diego, in 1481
op 28 jarige leeftijd gesneuveld tegen de Turken bij de bloedige slag van
Otranto (dat geheel uitgemoord werd). Slechts een klein gedeelte van het
kloostercomplex dient nog als behuizing voor de enkele overgebleven Franciscanen.
De rest is grotendeels ingericht als museum, met hypermoderne belichtings en
bevochtigingapparatuur. In de kloostergangen staan achteloos prachtig doorleefde
meubelstukken, van een noblesse zoals alleen antiek kan uitstralen. Voor
inlichtingen en rondleiding dient men zich te vervoegen bij het verblijf van de
Franciscanen; rechtsom achter het kerkgebouw, voorbij de kloostertuin met
dromerig ogende herten. U vraagt dan naar Don Vincenzo Magone.
Abbazia del Goleto
S. Angelo dei
Lombardi
SANCTUARIUM VAN GOLETO, S. ANGELO DEI LOMBARDI
Een bezoek aan het Sanctuarium van Goleto voert ons 850 jaar terug in de tijd.
Na Montevergine is dit het belangrijkste kloostercomplex van Zuid Italië (25 km
van Calitri gelegen). Hagedissen die wegschieten onder je voeten, het pad dat er
naar toe leidt vol gruis, temidden van brokstukken steen een desolaat, gapend
poortje. En dan: het indrukwekkende, eeuwenoude dubbelconvent, ooit gesticht
door Guglielmo van Vercelli (1085 1142). Vanuit zijn geboortegrond in de Po
vlakte op kruistocht naar het Heilige land openbaarde zich aan hem, door Irpinia
trekkend, zijn ware roeping: die van zendeling en kloosterstichter.
De geschiedenis
In 1114 vormde hij de broedergemeenschap van Montevergine, waarvoor hij van 1119
tot 1124 een kerk bouwde, op de ruïne van een tempel gewijd aan de Phrygisch
Hellenistische godin Kybele.
Na een periode van kluizenaarsbestaan in een holle boomstam startte hij in 1133
met de bouw van het nonnenklooster van Goleto. Her en der helaas verloren gegane
kloosters stichtend was hij tevens bijna 30 jaar lang tot zijn dood op 24 juni
1142, geestelijk raadsman van priesters, hoogwaardigheidsbekleders, ja zelfs van
de machtige Noorman Roger II, koning van Zuid Italië en Sicilië. Ter gelegenheid
van de herdenking van Guglielmo Vercelli's 8OOste sterfdag proclameerde paus
Pius XII hem tot patroonheilige van Irpinia.
De oorspronkelijke, primitieve structuur van Goleto omvatte de centraal gelegen
-met de façade naar het Westen gerichte kerk, het grote nonnenklooster naast de
absis en een kleiner mannenklooster voor het frontaal van de kerk. De monniken
hadden tot taak de in volslagen afzondering levende clausuur zusters geestelijk
en economisch bij te staan.
De kloostergemeenschap groeide en bloeide en verwierf grote vermaardheid.
Grondgebied en kunstbezit breidden zich uit. Deze gouden tijd duurde twee eeuwen.
Na 1348 echter, het jaar van de zwarte pest, zette langzaam maar zeker het
verval in. In 1515 overleed de laatste abdis en kwam het kloostergoed onder de
leiding van Montevergine te staan.
Gestimuleerd echter door paus Sixtus V, tevens superior van het Franciscaner
klooster van Sant 'Angelo dei Lombardi, leefde de broedergemeenschap van Goleto
gaandeweg weer op. In de 18e eeuw werd het klooster zelfs volledig gerestaureerd
en aan de grote Napolitaanse architect Domenico Antonio Vaccaro de bouw van een
grote kerk opgedragen (1735 1745). Hoewel het dak er niet meer is, blijft het
een fascinerend bouwwerk. Het heeft de vorm van een Grieks kruis, dat een
centrale koepel droeg. Het stucwerk binnen is deels bewaard gebleven evenals de
prachtige plavuisvloer.
Aan de tweede bloeitijd van Goleto kwam abrupt een einde toen, op 2 september
1807, Jozef Bonaparte door broer Napoleon tot koning van Napels gebombardeerd
het kloostergoed ophief. De stoffelijke resten van Gugiielmo van Vercelli werden
naar Montevergine overgebracht en het eens voor het religieuze, culturele en
economische leven van het Zuiden zo belangrijke kloostercomplex werd aan zijn
lot overgelaten. Tot in 1973 pater Lucio de Marino toestemming krijgt zijn
intrek te nemen op Goleto en in de loop der jaren een materieel zowel als
spiritueel revival weet te bewerkstelligen. Ondanks de door de tand des tijds,
aardbevingen en vandalisme veroorzaakte schade zijn veel van de kunstwerken,
waardoor Goleto beroemd werd, nog te bewonderen.
Beschrijving van het sanctuarium
Vooreerst is er de vierkante Torre Febronia, genoemd naar de abdis die in 1152
opdracht gaf tot de bouw van deze verdedigingstoren. Het Romaanse meesterwerk
vertoont een hele serie blokken met bas reliëfs, afkomstig van een Romeins
mausoleum. De toren had twee verdiepingen. Een ophaalbrug gaf toegang tot de
bovenverdieping. Boven in de toren worden symbolische sculpturen bewaard,
kenmerk van Romaanse kunst. In het centrum van het kloostercomplex bevinden zich
twee boven elkaar gelegen kerkjes. Zij tonen een interessante overgang van de
Romaanse stijl (het kerkje beneden, ongeveer 1200) naar de gotiek (het bovenste,
in 1255 voltooide bouwwerk). Het bouwsel beneden is een grafkapel. De
plattegrond vertoont twee beuken, gescheiden door twee zuilen uit één stuk, laag
afgetopt door kapitelen. Van hieruit ontspringen bogen, die het kruisgewelf
dragen en naar de zijmuren toe de daar iets uitstekende halfpilaren ontmoeten:
een duidelijk Romaans-Apulisch bouwconcept, benadrukt door de thans verdwenen
absissen. Let u binnen eens op de kunstig in rode steen uitgesneden sarcofaag.
Door middel van een zijdeur komt men bij de resten van de antieke Salvatore
basiliek. Op de muur van de absis zijn nog vrij goed bewaarde fresco's te zien.
De kapel van Sint Lucas (het bovenste gebouw) is het pronkstuk van het
kloostercomplex. Men komt er via een buitentrap. De leuning heeft de gedaante
van een slang met een appel in zijn bek. Boven de ingang bevindt zich een
spitsboog en dáárboven een 6 delig roosvenster. Onder de boog staat geschreven,
dat de kerk gebouwd werd in opdracht van de abdis Marina II met het doel er de
stoffelijke resten van Sint Lucas bij te zetten. Binnen is er een kleine ruimte
met twee door spitse kruisgewelven overdekte beuken. De gewelven rusten op twee
centrale en tien half uit de buitenmuren stekende zuilen. De octogonale basis
van de zuilen en de gekrulde bladmotieven van de kapitelen doen denken aan de
residentie van Frederik II van Hohenstaufen, Castel del Monte in Apulië.
Aan de buitenkant wordt de structuur gecompleteerd door twee kleine absissen. De
rondom aangebrachte steunberen vertonen bizarre dierenkoppen of andere
ornamenten.
Van de vele fresco's die de kapel moeten hebben verfraaid, zijn alleen twee
medaillons overgebleven met de beeltenissen van de abdissen Marina en Scoiastica
alsmede enkele afbeeldingen van episoden uit het leven van Guglielmo van
Vercelli.
Bijzonder fraai zijn de altaren. Vooral die met marmeren dekplaat: gedragen door
vier zuiltjes met onderling verschillende, elegante kapitelen en sokkels, een
fantasievol ontwerp, met veel liefde en vakkennis uitgevoerd. De volmaakt
uitgebalanceerde mengeling van diverse kunstvormen: de Gotisch Apulische
bouwwijze, de strenge Cisterciënzer eenvoud, de met lokale elementen gelardeerde,
Romaanse ornamentatie, maakt de Sint Lucas kapel een van de meest waardevolle
monumenten van Zuid Italië uit deze vroege periode.
Behalve de blokken met bas reliëfs in de Torre Febronia valt er nog meer
beeldhouwwerk te bewonderen, zoals de dierfiguren en andere decoraties, waarmee
het hoofdportaal verfraaid is. Op een van de hoeken van het klooster is een
grote steen met twee Romeinse figuren te zien. Een andere sculptuur, uit de
periode van keizer Augustus ( 63 v. Chr. 14 n. Chr. ) siert de toren naast de
ingang van de grafkapel. Tot besluit verdient toch wel de respectvolle aandacht
het grafmonument van de bevlogen initiatiefnemer tot de oprichting van deze
indrukwekkende Abbazia del Goleto, Guglielmo da Vercelli. De polychrome
sarcofaag is leeg: zoals reeds vermeld werden in 1807 de stoffelijke resten van
de vereerde geestelijke in veiligheid gebracht. Zij rusten in een speciaal
hiervoor geconstrueerde crypte van de in 1952 begonnen en negen jaar later
voltooide~ nieuwe basiliek van Montevergine.
De stilte van de omgeving
De stilte, welke rond deze Abbazia hangt, is absoluut, niet van deze wereld: de
bijen schijnen zelfs af te zien van hun gezoem en de vele vlinders klapwieken
van nature al geruisloos. Nooit is tussen deze muren een uitgelaten schaterlach
gehoord. De vrouwen, die hier totaal geïsoleerd gewoond, gewerkt en gebeden
hebben, wat bewoog ze om zich als jong meisje levenslang te laten opsluiten?
Pressie, noodzaak, religieuze exaltatie? Hun heilige moed of wanhoop moet in
ieder geval onvoorstelbaar groot geweest zijn. De monniken hebben hen goed
bewaakt: geen van hen is zoals zuster Beatrijs over de kloostermuur geklommen en
de schande van de non van Monza (in de vooral beeldschone vertolking door Sophia
Loren wereldkundig geworden) zal ze nooit ter ore zijn gekomen. De abdissen
Febronia, Marina I en II, Agnese en Scolastica verwierven faam vanwege hun
godsvrucht, rechtschapenheid en wijs beleid.
Bij het afscheid heft het hevig romantisch beeld op het voorplein van een
superknappe Guglielmo van Vercelli, in gestroomlijnde pij, zegenend zijn
volmaakte hand. In polycolor. De volkomen verleider. Febronia, Marina I en II,
Agnese en Scolastica zouden hem door de monniken tot mootjes hebben laten hakken
en verbranden. En de as had over de kloostermuur moeten worden gegooid.
MELFI
Net over de huidige grens met Campania ligt Lacedonia, eens het Romeinse
Aquilonia waar de Via Appia doorheen liep alvorens Oost Zuid Oost naar Venusium
(nu Venosa) af te buigen, de Ofanto rivier over.
Via een eens kronkelende weg door onherbergzame heuvels maar nu een vlugge
tunnelviaduct verbinding bereikt men de Noormannen vesting van Melfi in
Basilicata. Hier nam, omringd door veel statie, Noorman Rogier II van Sicilië
het eerbetoon in ontvangst van de door hem onderworpen baronnen van het
vasteland. Honderd jaar later, in 1231, proclameerde Frederik II van
Hohenstaufen, erfgenaam van de Noormannen kroon, er zijn Constitutie, waarmee
hij orde op zaken stelde en eenheid schiep in zijn zuidelijk koninkrijk.
Het slot ligt op een heuvel. De weg voert spiraalsgewijze omhoog naar een
overweldigend cirkelvormig bouwwerk, beschermd door een gracht met ophaalbrug.
Hoewel het er imposant uitziet vertegenwoordigt het geen pure Noorman stijl. Het
meeste middengedeelte is vroeg Anjou en de rest is 16e of zelfs 18e eeuws.
In een van de torens staat een magnifieke sarcofaag, afkomstig van een tombe van
de Via Appia: op de deksel is de overledene afgebeeld en langs de onderkant een
rij goden. Het museum bewaart mooie wapenrustingen uit de Griekse Oudheid,
afkomstig uit tomben, welke pas de laatste 25 jaar ontdekt en opgegraven zijn.
In de oude tijden was dit een dichtbevolkt gebied, omdat de grond rondom de
nabije, uitgebluste Vulture vulkaan zeer vruchtbaar was. Maar men had veel te
lijden van de systematisch terugkerende aardbevingen.
Het aan de voet van de heuvel gelegen Melfi is een rustig stadje. Het heeft
nauwe straatjes en weinig winkels: de drukte speelt zich verderop af, in het
nieuwe gedeelte. Op het plein bij de kathedraal heerst overwegend rust. Van het
in 1115 begonnen godshuis heeft alleen de klokkentoren de aardbevingen
getrotseerd; zijn zwartstenen griffioenen staren stoïcijns voor zich uit. Hoewel
het oorspronkelijke Noorman ontwerp bewaard is gebleven, is de rest van de kerk
18e eeuws. Binnen in de kerk heerst mystieke duisternis.
Na de volgende heuvel ligt Rapolla, dat ook een kathedraal heeft. Of eigenlijk
twee: een oude en een nieuwe (welke niettemin uit de 13 e eeuw dateert). Steile
weggetjes voeren langs een afgrond naar de oude kathedraal, de nieuwe ligt
gelijkgronds aan een plein.
Waarschijnlijk was de nederzetting ooit troglodiet, zoals veel andere in deze
streek. Men vindt ook in de heuvel uitgegraven kerken in de omtrek, zoals de
Santa Margherita, waarbinnen fresco's zijn geschilderd.
De "nieuwe" kathedraal van Rapolla heeft een gebeeldhouwd voorportaal en aan de
zijkant reliëfs met de naam van de kunstenaar Sarolo en de opdrachtgever:
bisschop Richard. Beide mannen hielden zich in 1209 ook met de toren bezig. De
oude kathedraal heeft iets weg van de kerk van Santi Nicoló e Catoldo te Lecce (Apulië)
uit 1180: net zo'n koepel en transept in het midden van het schip, Die van
Rapolla heeft echter twee koepels en maakt een wat gedrongen indruk, terwijl de
kerk in Lecce de impressie geeft omhoog te streven. Ook lijkt de kathedraal van
Rapolla ouder en de flauwe puntbogen hebben hier geen Franse invloed ondergaan
zoals die van Lecce.
VENOSA
Ten Oosten van Rapolla (aan de nr.93) ligt Venosa, het oude Romeinse Venusium.
In eerste instantie verwierf de stad bekendheid omdat Quintus Horatius Flaccus
de geschiedenis ingegaan als Horatius er in 65 v.Chr. het levenslicht zag.
Venusium was toen nog een dichtbevolkte stad met een aquaduct voor de
watervoorziening (resten hiervan zijn nog te zien bij Ripacandida). Het was toen
een belangrijk tussenstation aan de Via Appia van de route Beneventum (het
tegenwoordige Benevento) en Tarentum (Taranto). Ook hiervan zijn in het moderne
gedeelte van de stad fragmenten aan te treffen, vooral aan de Noordoost zijde
van de Noorman abdij La S. Trinita, waar elementen van de Romeinse stad en een
vroegchristelijke doopkapel zijn opgegraven. En de nieuwe kerk voor de abdij,
begonnen in de 12 e eeuw maar nooit voltooid, werd gebouwd met blokken steen van
het nabijgelegen amfitheater.
Het kasteel met zijn imposante torens en de kathedraal werden na de aardbeving
van 1470 herbouwd. Het standbeeld van Horatius werd pas in de 19e eeuw opgericht.
De abdij La S. Trinita bestaat uit twee gebouwen. Het latere, onvoltooid
gebleven bouwwerk ligt ten Westen van de oorspronkelijke kerk. Deze werd
gerestaureerd nadat afgezien was van de nieuwbouw.
De oude kerk waar de broers Willem, Drogo, Humbert en Robert Guiscard uit het
Noormanhuis Hauteville begraven lagen is een vroegchristelijke basiliek uit de 5
e en 6 e eeuw, welke misschien in de plaats kwam van een tempel. De kerk had een
open dwarsschip en een absis met openingen naar een halfronde omgang. Later werd
er een crypte onder gegraven en toen de Johannieters de abdij overnamen werden
de pilaren van de kerk vervangen (eind 13 e eeuw). Hun werkzaamheden hebben
grotendeels het huidige karakter van het bouwwerk bepaald. Aan de westkant werd
tijdens de Noormannentijd een gastenverblijf voor de abdij gebouwd. Binnenin
zijn alle tomben verdwenen, behalve die van Alberada, dochter van een Noormannen
baron, de eerste vrouw van Robert Guiscard en moeder van Bohemund, prins van
Antiochië. Toen zij in 1122 overleed had ze zowel haar ex echtgenoot als haar
zoon overleefd. Het is een bizar gezicht: al die tufsteen pilaren en muren
zonder dak (we hebben het nu over de nieuwe kerk). Nog meer bizar en
melancholiestemmend zijn de inscripties, soms onderste boven, op de muren. In de
steenblokken, gestolen van het amfitheater, hebben Romeinen de namen van hun
fans gekrast.
De nieuwe kerk zou een geheel Franse of Anglo Noorman koorkap dragen,
straalkapellen rond de omgang en aan weerszijden van de kruising dwarsschip met
middenschip een toren: een unieke stijlimportantie in het zuidelijk
Noormangebied.
Aangezien in 1066 Robert Guiscard uit het Normandische Evrould en Ouche monniken
had laten overkomen, is het aannemelijk dat die de bouw ondernamen. Maar de
constructie dateert absoluut uit de tweede helft van de 12e eeuw. De bouw
schijnt zich te hebben voortgesleept totdat tegen het eind van de 13 e eeuw er
helemaal van werd afgezien. Vooral de massieve zuilen ter rechter zijde in het
schip kunnen niet ouder dan laat 12 e eeuws zijn. De kapitelen van het koor
vertonen onderling verschil, Sommige lijken 11 e eeuws en doen denken aan de
stijl toegepast in de kathedraal van Canosa tijdens het bestuur van bisschop
Urso Romuald (1079 1089). Voorts bevindt zich in het schip van de oude kerk een
groot kapiteel thans in gebruik als wijwaterbak~ dat veel lijkt op een van de
kapitelen met diervormen uit de laat 11e eeuwse abdij van S. Andrea in Brindisi.
Mogelijk is met de werkzaamheden begonnen onder Robert Guiscard of even na diens
dood in 1085 en werd het geïmporteerde ontwerp uitgevoerd tijdens de 28 jaar dat
abt Berengar, na zijn overkomst in 1066, het heft in handen had. Anders is de
toepassing eind 12 e eeuw van een zowel uitheems als verouderd element uiterst
vreemd, zelfs als het daarna, in de 13 e eeuw, weer opduikt in het nabijgelegen
Acerenza.
SIGHTSEEING
Nog enkele belangrijke suggesties
Ten westen en noorden van A vellino
Avellino
Langs de autostrada Napoli Bari. Ruïne Longobarden kasteel, Dom met Romaanse
crypte annex museum, fontein van Costantinopoli (17e eeuw), toren dell'Orologio
(17 e eeuw), obelisk van Karel van Habsburg, middeleeuwse Dogana, Museo Irpino,
Museo del Risorgimento, Pinacota met verzameling 18e eeuwse kerststallen. Langs
de Corso en de viale dei Platani in noord westelijke richting komt men in
Mercogliano (660 m boven de zeespiegel) en Ospedaletto waar gekuurd wordt.
Vanuit Mercogliano kan men met funicolare in 7 minuten naar de beroemde
bedevaartplaats Montevergine op de Monte Partenio (1270 m), vanwaar men een
schitterend uitzicht heeft. Vanuit Avellino is er een busverbinding met
Montevergine. Reisduur ongeveer 1 uur.
Montevergine
Werd gesticht door de heilige Guglielmo de Vercelli in 1129. Vanuit dit klooster
werden tal van andere gesticht, welke zich in 1879 bij de
Benedictijnercongregatie van Subiaco aansloten. Te bezichtigen de 17e eeuwse
basiliek met een romaans byzantijnse altaarhemel (13e eeuw) in mozaïek, het 15e
eeuwse tabernakel, het 17e eeuwse hoofdaltaar uitgevoerd in Florentijns mozaïek
van agaat, lapus lazuli, turkoois etc. In het museum valt een tombe uit de 3e
eeuw te bewonderen met indrukwekkende leeuwenkoppen, een aangrijpend houten
kruisbeeld (13e eeuw), een wandschildering van de Madonna van S. Guglielmo (12e
eeuw) en een meesterlijk houtgesneden abdijzetel. Boven het hoofdaltaar van de
nieuwe basiliek bevindt zich de thaumaturgische beeltenis van de Madonna (13e
eeuws); een van de mooiste Italische afbeeldingen van madonna's. Schepper van
dit kunstwerk is Montano d'Arezzo of Pietro Cavallini: de geleerden zijn het
daar nog niet over eens. Voorts valt te bezichtigen een serie kerststallen uit
verscheidene delen van Italië en andere landen. Het Palazzo Abbaziale di Loreto
het abtelijk paleis werd gebouwd tussen 1733 en 1750, nadat het oorspronkelijke
bouwwerk het jaar daarvoor door een aardbeving verwoest werd. Ontwerper is
Domenicantonio Vaccaro, bekwaam schilder, beeldhouwer en architect uit de 18 e
eeuw. De benaming "di Loreto" is terug te voeren tot de antieke oudheid, toen
zich in deze omgeving een bos van laurierbomen uitstrekte. In het gebouw is een
archief met ongeveer 7000 perkamenten gevestigd, een voor het publiek
toegankelijke bibliotheek met 150.000 volumen en een schitterend, met vergulde
boiserie en antieke apothekerspotten van majolica gedecoreerde apotheek.
Montevergine is al eeuwenlang een beroemde bedevaartsplaats: al in de 15e eeuw
liet Catherina van Valois zich in een draagkoets naar boven brengen. Sinds 1982
vindt in het Palazzo Abbaziale di Loreto jaarlijks in de maand juli de
internationale manifestatie van orkesten plaats.
Mugnano del Cardinale Avella
Als men terugkeert naar de entree post van de autostrada Avellino Napels bereikt
men, westwaarts rijdend, Mugnano del Cardinale, alwaar zich de schrijn van
S. Filomena bevindt. Voorts Avella (het antieke Abella) met interessante
archeologische overblijfselen uit de Romeinse en Etruskische periode.
S.Martino valle Caudina
Als men vanuit Ospedaletto naar het noordwesten rijdt bereikt men, via de
vriendelijke zomervakantieplaatsjes Summonte en Pietrastornina, S.Martino valle
Caudina waar een in goede staat gebleven Longobarden slot staat.
Prata
Even ten NNO van Avellino ligt Prata, dat een paleo christelijke basiliek en
catacomben heeft.
Tufo, Taurasi en Fontanarosa
Iets noordelijker, in de streek rond Tufo, worden schitterende wijnen
geproduceerd: aan te bevelen is de D.O.C. Greco di Tufo van S.Bernardino (D.O.C.
wil zeggen: 'denominazione di origine controllata', de Italiaanse versie van het
Franse "appellation contrôlée"). Ook rond het iets oostelijker gelegen Taurasi
wordt gerenommeerde wijn geproduceerd. Nog wat oostelijker ligt Fontanarosa,
bekend om zijn uitstekende ham.
Mirabella Eclano
De noordelijke route volgend arriveert men in Mirabella Eclano, het oude
Aeclanum, een archeologisch gebied, tevens bekend om de viering van het ritueel
van de "Obelisco di Paglia" (= Stro obelisk) in de maand september.
Ariano Irpino
Nog verder naar het noorden ligt Ariano Irpino, een panoramisch gelegen,
levendig stadje op 820 m hoogte, gedomineerd door het Noormannenslot en de
schitterende Villa Communale (het gemeentehuis).
20 tot 30 km ten westen van Calitri
Rocca S.Felice
Terug in zuidoostelijke richting passeert men Rocca S. Felice, waar u de al door
de Romeinse dichter Virgilius (70 19 v.Chr.) in zijn epos Aeneis vermelde
stinkende Bocca dell' Inferno (hellemond) letterlijk aangaapt.
S. Angelo dei Lombardi
In zuidoostelijke richting komt men bij S.Angelo dei Lombardi.
Materdomini
Nog meer naar het zuiden, richting Salemo, stuit men op Materdomini bij Caposele.
Daar bevindt zich de schrijn van S.Gerardo Majella.
Ongeveer 40 km westwaarts van Calitri
Bagnoli Irpino
Westwaarts koersend rijdt men dan de bergen in: Bagnoli lrpino aan het meer van
Laceno is een gewilde wintersportplaats, welke ook 's zomers veel bergbeklimmers
en toeristen trekt.
Montella
Voor Montella verwijzen we u naar het aparte hoofdstuk 6. De nr. 574 loopt om de
beboste Monte Terminio (1806) naar de groene Serino vallei. Ten zuiden hiervan,
in Solofra, ligt de S.Michele kerk met schilderingen van Guarino en Solimena.
25 tot 30 km ten noordoosten van Calitri
Monticchio
De nr. 401 en 167 volgend, arriveert men in het district Vulture. Ook de 1245 m
hoge berg draagt deze naam. Vanuit Monticchio voert een kabelbaan naar de top en
om het uitstapje compleet te maken naar de abdij van S.Michele. Ten zuiden van
Monticchio liggen twee meren en het bosgebied. Kampeerders, natuur en
waterliefhebbers halen er hun hart op.
Atella
Naar het zuidoosten afbuigend komt men via het klooster S. Maria dei Angeli in
het middeleeuwse stadje Atella. In een volslagen niemandsland bouwde, tussen
1189 en 1197 (dus nog voor die van Rapolla), Sarolo de kerk van S. Maria di
Pierno. Hoewel er in de 16e eeuw inwendig en aan de oostzijde werd gerenoveerd,
bleef de structuur vrijwel ongewijzigd.
Routebeschrijving van Napels en Pompeji naar Calitri
Napels - Calitri
autosnelweg Napoli Bari (Al 6) tot uitgang (uscita) Lacedonia.
Lacedonia - Bisaccia - Calitri
Of
autosnelweg Napoli Bari (Al 6) tot uitgang (uscita) Avellino Est naar links.
Tweede uitgang naar rechts richting Lioni: de z,g. Ofantina.
Lioni - Calitri
korter, goedkoper, mooier,. iets gecompliceerder voor nieuwkomers
Pompeji - Calitri
autosnelweg Pompeji - Salerno.
Salerno - Avellino
autosnelweg Avellino Bari (A16) tot uitgang (uscita) Lacedonia.
Lacedonia - Bisaccia - Calitri
Of
autosnelweg Pompeji - Salerno.
autosnelweg Salerno Contursi (A3)
Contursi Sella di Conza - S.Andrea di Conza - Calitri
korter, maar meer bochten
Homepage - Hoe er te komen - Wat is er te zien - Hoe te reserveren - Een kijkje in het hotel